Model dat gebruikt wordt voor het formuleren van groeistrategieën in de strategische marketing
Groei- en crisismodel volgens Greiner
Met het model van Greiner worden de groeifasen van een bedrijf en de daaropvolgende managementcrisis weergegeven.
Het model van Greiner gaat uit van evolutionaire logica waarbij een bedrijf groeit of zal verdwijnen.
In tegenstelling tot een aantal andere onderzoekers van strategie stelt Greiner dat een organisatiestructuur niet afhankelijk is van de strategie van een bedrijf, maar juist het tegenovergestelde: De strategie is een afgeleide van de structuur van een onderneming. Volgens Greiner wordt de toekomstige groei van een bedrijf bepaald door haar geschiedenis en in mindere mate door omgevingsfactoren.
In het model worden vijf fasen beschreven van een productie-organisatie (in deze tekst bedrijf genoemd). Hierbij vertegenwoordigd elke fase een groeiperiode die afgesloten wordt met een crisis. Het overslaan van een fase wordt door Greiner als onverstandig aangemerkt omdat elke fase leerelementen voor de organisatie bevat. De snelheid waarmee de fase worden doorlopen is echter verschillend per bedrijfstak.
Pioniersfase
Dit is de fase waarin het bedrijf wordt opgericht. Hierbij ligt de focus van de oprichter zowel op het creëren van een product als de markt.
Oprichters zijn vaak technisch en/of ondernemend en hebben minder affiniteit met beheersmatige routines. Mits er medewerkers bij betrokken zijn is de communicatie tussen medewerkers frequent en informeel. De markt heeft een grote invloed op de besluitvorming en motivatie van het bedrijf. Het is in deze fase vaak hard werken voor een lage financiële beloning.
Wanneer het bedrijf in deze fase verder groeit kan de oprichter de productie vaak niet meer aan en heeft daarbij meer medewerkers nodig. Ook worden werkzaamheden meer routine matig aan de hand van procedures uitgevoerd. De nieuwe medewerkers hebben vaak een minder grote intrinsieke motivatie en alleen informele communicatie is niet meer voldoende om de organisatie draaiende te houden.
Leiderschapscrisis
De oprichter wordt belast met nieuwe verantwoordelijkheden waar hij eigenlijk niet op zit te wachten. Liever blijft hij op de oude manier handelen. Hierdoor ontstaat de eerste crisis…
In deze fase is een sterke manager nodig. Maar niet iedere oprichter is dat. Nieuwe werkwijzes moeten worden geïntroduceerd en bestuurlijke problemen moeten worden opgelost. Oprichters zijn meestal niet van plan een stapje opzij te doen terwijl ze eigenlijk ook niet bij het werk van een manager passen. De crisis moet beslecht worden. Een goede manager die oog heeft voor het belang van de oprichter evenals de medewerkers is nodig. Wordt deze niet gevonden dan blijft het bedrijf in crisis of het stopt.
Dit bericht heeft 0 reacties